Rangtelwoorden
–> Duid bij vraagstelling ‘beide richtingen’ aan en duid bij overhoortype ‘meerkeuze’ aan.
Mannelijk en vrouwelijk bij bijvoeglijke naamwoorden
Het is gebeurd (passé composé) 1
Het is gebeurd (passé composé) 2
Ce, cette, cet, ces
–> Klik op ‘Masculin ou féminin’ voor een tip.
Oefeningen ‘speciale’ werkwoorden
(Let op: de meeste oefeningen zijn op tijd)
Connaître (enkel de indicatif présent)